SV | Zes dagen zult gij ongezuurde [broden] eten, en aan den zevenden dag is een verbods[dag] den HEERE, uw God; [dan] zult gij geen werk doen. |
WLC | שֵׁ֥שֶׁת יָמִ֖ים תֹּאכַ֣ל מַצֹּ֑ות וּבַיֹּ֣ום הַשְּׁבִיעִ֗י עֲצֶ֙רֶת֙ לַיהוָ֣ה אֱלֹהֶ֔יךָ לֹ֥א תַעֲשֶׂ֖ה מְלָאכָֽה׃ ס |
Trans. | šēšeṯ yāmîm tō’ḵal maṣṣwōṯ ûḇayywōm haššəḇî‘î ‘ăṣereṯ laJHWH ’ĕlōheyḵā lō’ ṯa‘ăśeh məlā’ḵâ: |
Zes dagen zult gij ongezuurde [broden] eten, en aan den zevenden dag is een verbods[dag] den HEERE, uw God; [dan] zult gij geen werk doen.
Zie hier voor een verklaring van de gebruikte coderingen.
Zie hier over het gebruik van de interlineair.
|
Zes dagen zult gij ongezuurde [broden] eten, en aan den zevenden dag is een verbods[dag] den HEERE, uw God; [dan] zult gij geen werk doen.
Zie de huisregels welk commentaar wordt opgenomen!